zondag 16 maart 2014

Arthur Japin - Een Schitterend Gebrek

In het boek wordt Lucia bijgeschoold door een leraar, die plotseling de pokken krijgt. Hij overlijdt en het blijkt dat Lucia ook besmet is geraakt.

Pokken was een erg besmettelijk en levensbedreigende virusziekte. Pokken komt niet meer voor in Europa, de laatste epidemie was in 1972. Maar voor 1972 stierf 1 op de 10 mensen aan het virus, de mensen die een goed genoeg afweer hadden konden alsnog ziek worden door contact met nieuwe volken.

Er zijn twee soorten pokkenvirussen: Variola minor en Variola major. Major was bij niet-ingeënte personen dodelijk en minor was niet levensbedreigend.

Na de besmetting gaat het virus naar de lymfeklieren en begint zich daar te vermenigvuldigen. Het virus zal hierdoor cellen binnen dringen en na 12 dagen gaan al die cellen kapot. Hierdoor komt het virus vrij in het bloed en zal zich weer op verscheidene plaatsen vermenigvuldigen. Pas op dit moment merkt de persoon dat hij ziek wordt. Deze symptomen worden vaak verward met hevige griep.
Pas na deze fase wordt het virus aan de buitenkant zichtbaar omdat de huidcellen worden aangetast. Het hele lichaam wordt bedekt met uitslag, wat later blaasjes worden.
Na 2 weken ene huid te hebben gehad vol blaasjes, zullen deze leeglopen en korstjes achterlaten. Als deze korsten zijn geheeld blijven er vaak littekens achter.

In de tweede helft van de jaren zeventig was de ziekte uitgeroeid door wereldwijde vaccinatie. Uitroeiing van een ziekte kan door 3 dingen komen:
1.   Er bestaat een effectief vaccin.
2.   Er zijn geen symptoomloze dragers, die anderen niet onbewust kunnen besmetten.
3.   Er geen dierlijk bestaan is van de ziekteverwekker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten