In het boek wordt Lucia bijgeschoold door
een leraar, die plotseling de pokken krijgt. Hij overlijdt en het blijkt dat Lucia ook
besmet is geraakt.
Pokken was een erg besmettelijk en
levensbedreigende virusziekte. Pokken komt niet meer voor in Europa, de laatste
epidemie was in 1972. Maar voor 1972 stierf 1 op de 10 mensen aan het virus, de
mensen die een goed genoeg afweer hadden konden alsnog ziek worden door contact
met nieuwe volken.
Er zijn twee soorten pokkenvirussen: Variola
minor en Variola major. Major was bij niet-ingeënte personen dodelijk en minor
was niet levensbedreigend.
Na de besmetting gaat het virus naar de
lymfeklieren en begint zich daar te vermenigvuldigen. Het virus zal hierdoor
cellen binnen dringen en na 12 dagen gaan al die cellen kapot. Hierdoor komt
het virus vrij in het bloed en zal zich weer op verscheidene plaatsen
vermenigvuldigen. Pas op dit moment merkt de persoon dat hij ziek wordt. Deze
symptomen worden vaak verward met hevige griep.
Pas na deze fase wordt het virus aan de buitenkant
zichtbaar omdat de huidcellen worden aangetast. Het hele lichaam wordt bedekt
met uitslag, wat later blaasjes worden.
Na 2 weken ene
huid te hebben gehad vol blaasjes, zullen deze leeglopen en korstjes
achterlaten. Als deze korsten zijn geheeld blijven er vaak littekens achter.
In de tweede
helft van de jaren zeventig was de ziekte uitgeroeid door wereldwijde
vaccinatie. Uitroeiing van een ziekte kan door 3 dingen komen:
1.
Er bestaat een effectief vaccin.
2.
Er zijn geen symptoomloze dragers,
die anderen niet onbewust kunnen besmetten.
3.
Er geen dierlijk bestaan is van de
ziekteverwekker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten